De laatste wilde zebravinken zijn rond 1960 geïmporteerd en sindsdien heeft de zebravink zich sterk ontwikkelt. In bijna niets lijkt deze meer op de wilde Australische vogel. Het gevolg is dat onze huidige zebravink andere voedingsbehoeften en bouwstoffen nodig heeft dan zijn wilde soortgenoot.
Velen onder ons gebruiken wel een of ander preparaat om de conditie / kweek van de vogels te verbeteren en er wordt veelvuldig over gesproken op Facebook en de verschillende vogelfora. Op diverse vogelbeurzen en markten zie je dan ook liefhebbers die met tassen vol van deze middeltjes rondlopen. Er zijn enorm veel middelen commercieel verkrijgbaar en ik kan hier met gemak een lijst van 15 verschillende merken plaatsen. Toch klagen ook deze kwekers regelmatig over tegenvallende kweekresultaten…Hoe kan dat? Deze middelen beloven ons toch vogels die letterlijk gezondheid uitstralen en uitpuilende nesten vol met jongen leveren? We kunnen we natuurlijk gaan stellen dat ze niet werken….maar dat is niet helemaal waar. Ze hebben vaak wel degelijk een positief effect. Het probleem is dus wat minder voor de hand liggend.
In het verleden gaven vogelliefhebbers een goed zaadmengsel, vers water, grit en wat groenvoer. Tijdens de kweek kwam daar wat eivoer bij en dat was het dan. Omdat alles beter kan en omdat de kennis over vogels en hun voeding steeds beter werd, kwamen er verschillende middelen op de markt waarmee we de vogels nog beter konden verzorgen. Op zich een prima ontwikkeling. Veel liefhebbers hebben namelijk de goede gewoonte om hun vogels serieus te verzorgen. Ze doen er alles aan om de vogels in een goede conditie te krijgen en natuurlijk willen ze ook goede kweekresultaten. Dus doen ze van alles door de voeding en het drinkwater om dat doel te bereiken. Het zijn immers middeltjes welke alleen maar goede dingen voor de vogels doen dus het kan nooit verkeerd zijn…toch? of toch niet?
Dat we willen dat het onze vogels aan niets ontbreekt, is een nobel streven. Toch is er ook een nadeel: We geven de vogels regelmatig TE VEEL van het goede. Overvoeren heet dat. Overvoeding is net zo slecht als ondervoeding. Wat vaak gebeurt, is het mengen van een commercieel preparaat door het eivoer met daarbovenop nog eens wat extra’s zoals bijvoorbeeld tarwekiemolie, Pinkies etc. etc. Vaak een scala aan toevoegingen. We stapelen preparaat op preparaat.
Dit mengsel wordt dan min of meer het hele jaar door gegeven. Vaak in wisselende samenstellingen en tijdens de rustperiode wordt er meestal geschakeld naar een lagere docering. En dan toch geen goede kweekresultaten en/of vogels die gewoon niet in conditie komen en, nog minder wenselijk, uitval onder de vogels / relatief veel dode vogels zonder een echt duidelijke aanwijsbare oorzaak. Dat is toch vreemd nietwaar?
Het vervelende is dat je dan niet kunt stellen dat één of meerdere van de gebruikte preparaten DE veroorzaker is/zijn van het ‘probleem’. Zo simpel is het niet. We moeten dan eerder denken aan overvoeding. We hebben door de vele toevoegingen de vogels min of meer overbelast waardoor het interne systeem volledig is ontregeld. Wat kun je in zo’n geval doen?
Reset – terug naar de basis
Bij het vermoeden van overvoeding gaan we als eerste controleren of we niet te maken hebben met een vogelziekte. Dit kan door een bezoek aan een kundig vogelarts. Als deze geen echte veroorzakers kan vinden kunnen we het volgende proberen :
We gaan de vogels resetten – terug naar de basis door de voeding te minimaliseren. We stoppen met alle toevoegingen aan de voeding en het drinkwater. Voer de vogels een goed zaadmengsel, liefst niet te ‘rijk‘. Meng bijvoorbeeld 10% onkruidzaden door het voer en geef voorlopig GEEN ei-voer. Elke dag vers drinkwater waaraan niets is toegevoegd. Vergeet het grit en maagkiezel niet! Op deze manier gaan we het voedingspatroon resetten – helemaal terug naar de basis. Dit houden we minimaal een maand vol.
In veel gevallen zul je al na een week wat veranderingen bemerken. De ontlasting zal er wat anders uit gaan zien en de vogels zitten veelal stukken levendiger op de stok. Nog wat later zullen de snaveltjes mooier opkleuren en beginnen de vogels een veel gezondere uitstraling te krijgen.
Gedurende deze maand gaan we eens op een rijtje zetten wat we nou eigenlijk allemaal voeren. Het hoef niet zo te zijn dat bijna alles weg moet. Een aanpassing van de dosering kan al een oplossing betekenen. Wel moeten we ons realiseren dat een vogel buiten de kweektijd en het tt-seizoen hele andere voedingsbehoeftes heeft. In de rust kun je een zebravink het beste schraal voeren en beslist niet vaker dan 1 tot maximaal 2 x per week een half theelepeltje eivoer per vogel. Tijdens deze rustperiode geven we dus geen extra supplementen.
Tot slot
Er zijn diverse prima zaad- en eivoermengsels in de handel speciaal voor zebravinken. Daarnaast kunnen bepaalde supplementen beslist nuttig zijn. Denk echter wel goed na bij wat je wilt gebruiken. Laat je informeren door ervaren kwekers en desnoods neem je contact op met de producent van het supplement. Ga beslist niet lukraak allerlei supplementen combineren / stapelen. Dat is beter voor je beurs en zeker beter voor je vogels. Bedenk dat selecteren op vitaliteit meer resultaten zal opleveren dan het toevoegen van allerlei middeltjes.